STAATSBLAD VAN NEDERLANDSCH-INDIE

No. 198. HUWELIJKEN EN VERSTOOTINGEN ONDER MOHAMMEDANEN.

 

    Regeling voor Java en Madoera met uitzondering van de Vorstenlanden, der bevoegdheid tot het sluiten van huwelijken en het kennisnemen van verstootingen onder Mohammedanen.

 

 

IN NAAM DER KONINGIN!

DE GOUVERNEUR-GENERAAL VAN NEDERLANDS-INDIE,

 

Den Raad van Nederlandsch-lndie gehoord:

 

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, Saluut !

doet te weten:

 

    Dat Hij, willende voorkomen de misbruiken en verwarring, voortspruitende uit het sluiten door onbevoegde personen van huwelijken tusschen Mohammedanen volgens de leer van den Islam en het kennisnemen door hen van verstootingen van aldus gehuwde vrouwen, en de schade, die daaruit voor partijen of hare afstammelingen zoude kunnen voortvloeien;

    Lettende op de artikelen 20, 29, 31, en 33 van het Reglement op het beleid der Regeering van Nederlandsch-Indie;

 

    Heeft goedgevonden en verstaan:

 

    Te bepalen:

Artikel 1.

 

    Tot het sluiten van huwelijken tusschen Mohammedan en volgens de leer van den Islam en het kennisnemen van verstootingen van aldus gehuwde vrouwen (talaq) zijn alleen bevoegd de daartoe door het Hoofd van Gewestelijk Bestuur aangewezen personen.

    De aanwijzing geschied t na overleg met het Inlandsch bestuur en lettende op de plaattseliijke gewoonten en gebrui ken.

    Zooveel mogelijk worden geheele categorieen van personen aangewezen, hetgeen echter, waar dit bezwaar oplevert of niet gebruikelijk is, een en ander ter beoordeeling van het Hoofd van Gewestelijk Bestuur, de aanwijzing van bepaalde personen niet uitsluit.

    Bij de aanwijzing worden de standplaatsen en ressorten der aangewezenen bepaald.

    Het Hoofd van Gewestelijk Bestuur maakt zijne aanwijzingen op de door hem geschiktst geoordeelde wijze onder de betrokken bevolking bekend.

 

Artikel 2.

 

    De volgens artikel 1 aangewezen personen kunnen bij verhinderingen in bijzondere gevallen de hun opgedragen taa k door anderen doen waarnemen.

     

    Waar de opdracht aan een anderen persoon allen zou geschieden op verzoek der huwenden, word daaraan niet voldaan zonder de schriftelijke vergunning van den Regent of den zelfstandigen Patih.

    In de residentie Batavia wordt deze vergunning afgegeven door den Commandant of Demang; in de afdeeling Bawean der reidentie Soerabaja, in het district Karimon-Djawa-eilanden der residentie Japara en in de districten Kangean en Sapoedi der residentie Madoera door den Wedana.

 

Artikel 3.

 

    Indien zulks door partijen of een van haar wordt verlangd, geven de bij de eerste alinea van artikel 1 bedoelde personen een bewijs af van het door hen voltrokken huwelijk of de door hen geconstateerde verstooting. Dit bewijs is vrij van zegel.

Artikel 4.

 

    Ieder die, zonder daartoe volgens deze ordonnantie bevoegd te zijn, huwelijken tusschen Mohammedanen volgens de leer van den Islam sluit of kennis neemt van verstootingen van aldus gehuwde vrouwn (talaq), wordt gestraft met eene geldboete van ƒ 8. - (acht gulden) tot ƒ 50. - (vijftig gulden).

    Wanneer die man, die de in de vorige alinea bedoelde verstooting heeft uitgesproken, in gebreke blijft daarvan binnen drie dagen kennis te geven aan den persoon, die voor de kennisneming daarvan is aangewezen, wordt hij gestraft met eene geldboete rann ƒ 1.- (een gulden) tot ƒ 5. (vijf gulden).

 

Artikel 5.

 

    Deze ordonnantie is alleen van toepassing op Java en Madoera, met uitzondering van de residentien Soerakarta en Djokdjakarta.

 

Artikel 6.

 

    Deze ordonnantie treedt ini werking op Januari 1896.

     

    En opdat niemand hiervan onwetendheid voorwende, zal deze in het Staatsblad van Nederlandsch-Indie geplaatst en, voor zooveel noodig, in de Inlandsche en Chineesche talen aangeplakt worden.

    Gelast en beveelt voorts, dat alle hooge en lage Colleges en Ambtenaren, Officeren en Justicieren, ieder voor zooveel hem aangaat, aan de stipte naleving dezer de hand zullen houden, zonder oogluiking of aanzien des persoons.

     

     

    Gedaan te Buitenzorg, den 8sten September 1895,

    VAN DER WIJCK.

    De wde Algemeene Secretaris,

    C. B. NEDERBURGH.

     

    Uitgegeven den twaalfden September 1895.

    De wde Algemeene Secretaris,

    C. B. NEDERBURGH.